Welkoop - Vetbollen van Insectenvet - zonder netje - Tuinvogelvoer - 28.70 cm - 2400.00 - 19.30 cm - insecten - 16.80 cm

Op zoek naar een lekkere traktatie voor jouw gevederde vrienden? Ontdek dan deze Welkoop Vetbollen met insectenvet - Tuinvogelvoer.[nbsp]

• Benodigde energie in de vorm van hoogwaardig vet
• Rijk aan dierlijke eiwitten
• Jaarrond te voeren
• Zonder netjes
• Geschikt voor alle tuinvogels

De Vetbollen met insectenvet voorzien tuinvogels van de benodigde energie in de vorm van hoogwaardig vet. Ook bevatten de vetbollen hoogwaardige eiwit door de toegevoegde insecten.[nbsp]

Tuinvogels gebruiken het hele jaar door veel energie. In het najaar bouwen ze reserves op voor de koude maanden en in de winter hebben ze extra voeding nodig om zich op temperatuur te houden. In het voorjaar zijn tuinvogels druk met nestelen en het leggen van eieren en in de zomer kunnen ze extra energie gebruiken om hun jongen groot te brengen. Het hele jaar door kun je tuinvogels bijvoeren.

Deze vogels zijn dol op vetbollen

• Roodborstje
  
• Pimpelmees
  
• Koolmees
  
• Mus

Voeradvies

Niet in de vollezon hangen. Niet geschikt voor menselijke consumptie. Mezen en mussen eten graag uit een vetbolhouder. Roodborstjes en merels eten graag van een voederplaats. Vogels voeren kan het hele jaar door.

Belangrijk

• Bied vers drinkwater aan in een voor vogels geschikte waterschaal. Ze kunnen hiervan drinken en erin badderen.
  
• Zorg dat vogelvoeding niet te lang blijft liggen. Het kan bederven of ongedierte aantrekken.
  
• Maak de voederplaats en silo's regelmatig schoon. Gebruik hiervor warm tot kokend water of gebruik een desinfectiemiddel.

Tips

• Varieer met verschillende voederplekken in de tuin om zoveel mogelijk vogels aan te trekken. Mezen hangen graag aan een vetbol, vinken en merels scharrelen graag op de grond .Strooi daarom wat voer op de grond en voedertafel, maar hang bijvoorbeeld ook een voedersilo, pindaslinger, vogelpindakaas of vetbollen op.
  
• Een vogelvriendelijke tuin heeft veel planten en struiken in verschillende hoogtes met bij voorkeur bessen of zaden. Ruim de tuin niet te veel op zodat er scharrel- en schuilplekken zijn. Hang nestkastjes op om te schuilen in de winter of voor jonger vogels in het voorjaar.